
Spreekwoorden: (1914)
Sip kijken,d.w.z. leelijk op zijn neus kijken; ontevreden, zuinig, sneu kijken; ook onnoozel kijken (V. Schothorst, 198). Zie o.a. Nkr. VII, 29 Maart p. 5; Menschenw. 314; Falkl. VI, 173; VII, 67; Mgdh. 138; Dievenp. 111; Slop, 2; Jord. II, 97; enz. Misschien mogen we vergelijken het nd. sip, noorw....
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Sip kijken,d.w.z. leelijk op zijn neus kijken; ontevreden, zuinig, sneu kijken; ook onnoozel kijken (V. Schothorst, 198). Zie o.a. Nkr. VII, 29 Maart p. 5; Menschenw. 314; Falkl. VI, 173; VII, 67; Mgdh. 138; Dievenp. 111; Slop, 2; Jord. II, 97; enz. Misschien mogen we vergelijken het nd. sip, noorw....
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.